Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1905
Artikel 18a
Een afwijzende beslissing op grond van artikel 15, tweede lid, en op grond van artikel 11, derde lid, onder 1 en 2 en artikel 14, tweede lid van het verdrag wordt beschouwd als een beschikking waartegen voor partijen in de hoofdprocedure hoger beroep openstaat overeenkomstig de vierde afdeling van titel 7 van het Eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met dien verstande dat het hoger beroep de werking niet schorst, tenzij de rechter anders heeft bepaald, en dient te worden ingesteld binnen een termijn van vier weken te rekenen vanaf de dag van de beslissing.
Rogatoire commissiƫn door den Nederlandschen rechter opgedragen
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.